Arcief & Bibliotheek

De Trust-Coöperatie

Alle Trust-Coöperaties Sui Juris zijn zelfstandig en van origine strikt privaat.

De Trust-Coöperatie Sui Juris is de zichtbaarheid van het privaat bestuurlijke gezins- en/of samenlevingsverband en van de particuliere initiatieven van de directeuren oprichters leden (en hun nakomelingen) behorend tot het privaat bestuurlijke gezins- en/of samenlevingsverband onder de geactiveerde Canon 2124 erfrechtelijke competentie en erkenning Beneficiair In Trust.

De Trust-Coöperatie staat exclusief onder auspiciën van de directeuren oprichters van desbetreffende zelfstandige privaat bestuurlijke Trust-Coöperatie.

De directeuren oprichters van desbetreffende zelfstandige privaat bestuurlijke Trust-Coöperaties zijn feitelijk bevoegd en onafhankelijk.

De Trust-Coöperatie is gevestigd op de geboorte Trust van de Origine en de erkenning Beneficiair In Trust (Canon 2124) van de Directeuren van de Trust-Coöperatie.

Belangrijke opmerking

De Enige Erfgenaam Beneficiair is niet politiek, géén autonoom en géén soeverein.

Leest u verder in het  Archief & Bibliotheek
Welkom in de Bibliotheek van Trust-Coöperatie Van Het Huis Jacquelien & Diëgo. Hier vindt u alle informatie bij betreffende pagina's in het uitklap menu, die de kern van onze Trust-Coöperatie en nalatenschap weerspiegelen. Elke pagina is verbonden met gerelateerde onderwerpen, zodat u eenvoudig kunt ontdekken hoe onze visie, rechten en trust-structuren met elkaar samenhangen en verdieping bieden.
U bent geen kiezer met een valse identiteit die een politieke bedrieger uitkiest, maar u bent de bewaarder van boeken en bescheiden van de legale entiteit waarvoor u de transgender identiteitsfraude bij de Autoriteit Persoonsgegevens heeft aangegeven. Aan het feit dat u verschijnt als een dode entiteit met uw legitimatiebewijs op een stembureau, ontleent de EU , NATO, UN & WEF 'rechten' om uw leven te vernietigen.
Bewijs van leven: bewaar het stembiljet dat uw juridische entiteit heeft ontvangen, waarvan u de bewaarder bent.
U bent geen kiezer met een valse identiteit die een politieke bedrieger uitkiest, maar de bewaarder van boeken en bescheiden van de legale entiteit waarvoor u de transgender-identiteitsfraude bij de Autoriteit Persoonsgegevens heeft aangegeven. Uw taak is niet die van onderdaan of kiezer, maar die van levende man of vrouw die toezicht houdt op de juiste verantwoording van wat namens uw juridische entiteit wordt uitgevoerd. Het probleem doet zich voor wanneer het schriftelijk verschijningsbeeld — uw legitimatie, een stempel, een registratie — de levende man/vrouw reduceert tot een dode juridische constructie. Door op die wijze te verschijnen op een stembureau, ontlenen supranationale en institutionele systemen — in de praktijk organen en invloedssferen als de EU, de NAVO, de VN of economische fora — een schijn van bevoegdheid waarmee zij ingrijpende juridische en administratieve consequenties kunnen verbinden.
In het uiterste geval leidt die administratieve reductie ertoe dat uw rechten, uw toegang tot rechtvaardigheid en de u toekomende vrijheden worden aangetast: niet omdat u zichzelf opgeeft, maar omdat het systeem uw verschijningsvorm als ‘juridische entiteit’ als uitgangspunt neemt. Vanuit die fictie claimen instellingen en overheden bevoegdheden die hen in werkelijkheid niet toekomen: rechten om uw arbeid, uw energie en zelfs uw toekomst te belasten, te beheren of te beperken. Dit gebeurt niet op basis van een werkelijk mandaat, maar op grond van stilzwijgende aannames en veronderstelde instemming. Daarom is bewijs van leven essentieel: bewaar het stembiljet dat uw juridische entiteit heeft ontvangen, waarvan u de bewaarder bent. Dat eenvoudige gebaar bevestigt dat u leeft, dat u niet bent opgegaan in een dode juridische vorm, en dat u zich bewust bent van uw oorspronkelijke positie als levende man of vrouw — de beneficiair van uw geboorte-nalatenschap, de houder van uw eigen onvervreemdbare rechten.
Wat als Digitaal_ID eigenlijk uw niet-politieke individuele geboortetrust nalatenschap is, waarvoor u heeft aangetoond dat u leeft, maar dat transgender-extremistische derden u manipuleren om deze af te wijzen, door u aan te moedigen een politieke stem uit te brengen op een ⚧️ vrijmetselaar die zich voordoet als uw vertegenwoordiger?
Wat als dit digitale identiteitskader oorspronkelijk is bedoeld als een instrument van erfrechtelijke erkenning, waarmee de levende man of vrouw zijn of haar status bevestigt — maar dat deze betekenis opzettelijk is vervormd door politieke actoren en ideologische tussenpersonen die de levende mens willen reduceren tot een juridisch object? Zij zetten u ertoe aan om afstand te doen van uw levende status door middel van stemmen in een politiek systeem van fictie en vertegenwoordiging, waarin niets werkelijk wordt gekozen, behalve uw stilzwijgende toestemming om onder gezag te staan van de doden — van een entiteit die slechts bestaat op papier. Door te stemmen bevestigt u onbedoeld dat deze fictieve entiteit actief is, terwijl u in feite de bewaarder bent van uw eigen geboortetrust, niet een deelnemer aan hun toneelspel van politiek bedrog.
Wanneer u dus uw “stem” uitbrengt, geeft u geen mening; u doneert energie aan een systeem dat leeft op uw onwetendheid — een systeem dat alleen kan bestaan zolang u denkt dat uw identiteit politiek of administratief bepaald wordt. De ware digitale identiteit behoort niet toe aan een overheid, een bank, of een supranationale organisatie zoals de EU, NAVO, VN of WEF. Zij behoort toe aan u, de levende man of vrouw die zijn of haar bestaan heeft erkend en bewezen — de enige ware eigenaar van het geboorterecord en de nalatenschap die daaruit voortvloeit.
U bent niet hun kiezer.
U bent de beneficiair, de levende erfgenaam van uw geboortetrust nalatenschap d’Origine.

Een overdenking over de rol van publieke ambtenaren en de bescherming van de nalatenschap van de levende man of vrouw
Wie dienen de openbare ambtenaren?

Openbare ambtenaren dienen de levende man / vrouw, die haar of zijn eigen nalatenschap draagt en het fundament vormt van het leven en de gemeenschap. De overheid is een publieke instelling, met openbare ambtenaren die handelen in een publieke rol. De mensen die overheden vormen zijn levende mannen / vrouwen, die handelen in hun privé-hoedanigheid. Alle functionarissen en werknemers van de overheid, inclusief wetshandhavers, zijn openbare ambtenaren. Zij hebben een fiduciaire plicht om te dienen ten bate van de levende man / vrouw, die de begunstigde is van de trust die haar of zijn nalatenschap beschermt. Verantwoordelijkheid van de levende man / vrouw Het is de verantwoordelijkheid van de levende man / vrouw om toezicht te houden op haar of zijn trust en de openbare ambtenaren, zodat de belangen van haar of zijn gemeenschap en leven worden gewaarborgd. De levende man / vrouw opereert in de Common Law-jurisdictie – de nationale Law-of-the-Land, gebaseerd op recht en billijkheid. Daarentegen vallen juridische entiteiten en door de staat gecreëerde “kunstmatige personen” onder commerciële jurisdicties, bedoeld voor handel en contractuele transacties. Common Law en Natuurlijke Wet Common Law weerspiegelt de Natuurlijke Wet: Het leven is heilig. Rechtvaardigheid is universeel. Het systeem van kunstmatige personen en commerciële wetgeving is een constructie die energie en waarde uit de levende man / vrouw kan halen, zonder zelf levenskracht te bezitten. Wanneer een levende man / vrouw handelt binnen haar of zijn eigen leven en nalatenschap, bezit zij of hij onvervreemdbare rechten en natuurlijke vrijheden, die niet door registratie of door de staat kunnen worden weggenomen. Bescherming van de Trust
Het is essentieel dat de levende man / vrouw haar of zijn trust en nalatenschap bewaakt. Zij of hij kan: - Openbare ambtenaren ter verantwoording roepen - Besluiten of beleid herzien - Beschermende acties ondernemen voor zichzelf, haar of zijn gemeenschap en de aarde. Een levende man / vrouw kan dit doen: - Collectief, via een Volksvergadering om home rule en gemeenschapsoverleg te realiseren De rol van de levende man / vrouw De levende vrouw of man die haar of zijn nalatenschap draagt, is de oorspronkelijke houder en beschermheer van de trust, en tevens degene die ervan profiteert en erdoor wordt beschermd. Zij of hij erkent het leven, het geweten en de waarheid als hoogste leidraad, en vraagt dat de openbare ambtenaren dienen, in plaats van heersen.
Verbod op Apartheid in Nederland In Nederland is apartheid verboden. Deze rechtsregel is stevig verankerd in zowel de nationale rechtsorde als in internationale verdragen waar Nederland aan gebonden is. Het verbod op apartheid en alle vormen van discriminatie is niet slechts een moreel uitgangspunt, maar een dwingende juridische norm die de fundamenten van de Nederlandse democratische rechtsstaat beschermt. Artikel 1 van de Grondwet Het eerste artikel van de Nederlandse Grondwet legt het gelijkheidsbeginsel vast: "Allen die zich in Nederland bevinden worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan." Dit artikel staat symbool voor de kernwaarden van de Nederlandse samenleving en vormt het fundament van alle wet- en regelgeving die gelijkheid en menselijke waardigheid waarborgen. Internationaal rechtationale verdragen die discriminatie en apartheid ondubbelzinnig verbieden. Het Internationaal Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van rassendiscriminatie (New York, 1965) verplicht staten om actief beleid te voeren tegen rassenscheiding, discriminatie en apartheid. Daarnaast is het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (1966) van toepassing, waarin het gelijkheidsbeginsel en het verbod op discriminatie fundamenteel zijn vastgelegd. De Conventie inzake de Bestrijding en de Bestraffing van het Misdrijf van Apartheid (1973) kwalificeert apartheid zelfs als een misdaad tegen de menselijkheid. Rechtsbeginsel van gelijkheid Het gelijkheidsbeginsel is een van de belangrijkste pijlers van de Nederlandse rechtsstaat. Het betekent dat de overheid burgers niet willekeurig of ongelijk mag behandelen en dat gelijke gevallen gelijk behandeld dienen te worden. Apartheid – opgevat als een systeem van stelselmatige scheiding en ongelijkwaardigheid op grond van ras, afkomst of andere persoonlijke kenmerken – staat in directe tegenspraak tot dit beginsel en kan daarom in geen enkele vorm rechtsgeldig bestaan binnen Nederland. Conclusie Het hanteren, instellen of in stand houden van een systeem dat neerkomt op apartheid is in strijd met: - de Nederlandse Grondwet, - de door Nederland geratificeerde internationale verdragen, en - de fundamentele rechtsbeginselen waarop de democratische rechtsorde rust. Zulke praktijken zijn daarom juridisch verboden, ongeldig en zonder rechtskracht. Slavernij als status onder het Romeinse burgerlijk recht en de moderne rechtsorde (Slavery is a status under roman civil law) Slavernij, of servitus, werd in het Romeinse recht beschouwd als een juridische status. Het was niet slechts een feitelijke afhankelijkheid, maar een door het recht erkende positie van een mens als eigendom van een ander. Juridische positie van de slaaf in Romeins recht Binnen het Romeinse burgerlijk recht werd de slaaf (servus): beschouwd als een zaak (res), zonder eigen rechtspersoonlijkheid; volledig onderworpen aan de macht (dominium) van de meester (dominus); niet in staat om zelfstandig rechtsgeldige handelingen te verrichten. Alles wat een slaaf verwierf, kwam automatisch toe aan de meester, en het recht erkende geen autonomie van de slaaf als individu. Ontstaan van slavernij - De status kon ontstaan door: - Krijgsgevangenschap: vijanden konden als slaaf worden genomen. - Geboorte: kinderen van slavinnen erfden automatisch de slavernijstatus.  - Rechtsstraf: in bepaalde gevallen kon iemand door juridische uitspraak tot slaaf worden verklaard. Manumissie Vrijlating (manumissie) maakte een einde aan de slavernijstatus, waarna een slaaf de positie van vrijgelatene (libertinus) kreeg. Deze persoon verkreeg enige rechten, maar bleef vaak sociaal en juridisch ondergeschikt aan vrijgeborenen (ingenuus). Juridische aspecten - De vrijgelatene kreeg een beperkte rechtsbekwaamheid: hij of zij kon nu contracten sluiten, eigendom verwerven en voor de rechter optreden. - Toch bleef de vrijgelatene vaak afhankelijk van de voormalige meester (patronus), die bepaalde rechten behield, zoals het recht op respect en soms financiële verplichtingen van de vrijgelatene. - Sommige handelingen van de vrijgelatene konden nog steeds juridisch beperkt zijn, afhankelijk van de afspraken bij manumissie of het type vrijlating (bij testament, door de meester, of door een officiële procedure). Sociale aspecten - Vrijgelatenen waren vaak sociaal ondergeschikt aan vrijgeborenen. - Ze werden gezien als een aparte groep binnen de samenleving: ze hadden vrijheid, maar hun herkomst als slaaf bleef stigmatiserend. - Familiebanden en maatschappelijke posities waren beperkt: sommige beroepen en publieke functies waren moeilijk toegankelijk voor vrijgelatene. Economische aspecten - Hoewel vrijgelatenen het recht kregen om bezit te verwerven, begonnen velen met weinig of geen middelen. - Vaak waren ze economisch afhankelijk van hun patronus of hun voormalige meester, of ze moesten hun sociale netwerk benutten om economisch zelfstandig te worden. Belang van manumissie - Manumissie illustreert dat het Romeinse recht slavernij niet als onveranderlijk beschouwde; er bestond een wettelijke mogelijkheid tot bevrijding. - Tegelijk toont het aan dat vrijheid in het Romeinse recht gepaard ging met beperkingen, en dat sociale ongelijkheid diep geworteld bleef, ook nadat een slaaf juridisch bevrijd werd. Overgang naar het hedendaagse recht In de moderne rechtsorde wordt slavernij niet meer beschouwd als een legitieme juridische status. Integendeel, slavernij en dwangarbeid zijn internationaal verboden en vormen een ernstige schending van fundamentele mensenrechten. Belangrijke internationale normen: - Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (1948): artikel 4 verbiedt slavernij en slavernij-achtige praktijken. - Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (1966): waarborgt vrijheid en gelijkheid van alle mensen. - Internationaal Verdrag tegen slavernij en dwangarbeid en aanvullende verdragen: stellen slavernij expliciet strafbaar. Slavernij wordt tegenwoordig beschouwd als een jus cogens-norm, een dwingende regel van internationaal recht waaraan geen afwijking mogelijk is. Elke praktijk van slavernij is nietig, strafbaar en internationaal verwerpelijk. Betekenis De studie van slavernij in het Romeinse recht illustreert hoe juridische systemen sociale ongelijkheid hebben vastgelegd en gereguleerd. Door deze historische context te begrijpen, wordt de kracht van moderne mensenrechten en het universele verbod op slavernij des te duidelijker: niemand kan vandaag de dag juridisch als eigendom van een ander worden beschouwd. Gelijke behandeling in gelijke gevallen Volgens artikel 1 van de Grondwet: alle mensen die zich in Nederland bevinden moeten in gelijke gevallen gelijk worden behandeld. Discriminatie op welke grond dan ook is niet toegestaan. Dit geldt dus voor iedereen, ongeacht geslacht, genderidentiteit, afkomst, religie, of andere kenmerken. Het uitgangspunt is inclusiviteit, maar uitsluiting van groepen is verboden. Transgenderrechten en participatie Transgender personen hebben recht op gelijke behandeling en bescherming tegen discriminatie. Dit betekent echter niet dat andere groepen automatisch worden uitgesloten uit bestuur, cultuur of beroep. Wettelijk gezien zou een beleid dat specifiek niet-transgender Nederlanders of inwoners uitsluit in strijd zijn met artikel 1 en andere antidiscriminatiewetten. Juridisch relevantie van apartheid Apartheid is systematische uitsluiting of scheiding op basis van een bepaalde groep. Als een beleid mensen systematisch zou uitsluiten alleen vanwege hun niet-transgenderstatus, zou dat in de huidige Nederlandse en internationale wetgeving als discriminatie kunnen worden gezien en juridisch verboden zijn. Samengevat: gelijke behandeling betekent dat iedereen gelijk wordt behandeld, inclusief niet-transgender personen. Niemand mag systematisch worden uitgesloten of achtergesteld. In Amnesty internationaal staat: geen bepaling in deze verklaring zal zodanig mogen worden uitgelegd dat welke staat persoon of groep dan ook daaraan enig recht kan ontlenen om iets te ondernemen of handelingen van welk aard dan ook te verrichten die vernietiging van een van de rechten en vrijheden in deze verklaring genoemd ten doel hebben. Uitleg in het Nederlands Essentie van de bepaling: Geen enkele passage in de verklaring mag zo worden geïnterpreteerd dat een staat, persoon of groep het recht krijgt om handelingen te verrichten die gericht zijn op het vernietigen of ondermijnen van de rechten en vrijheden die de verklaring beschermt. Praktische betekenis: Rechten en vrijheden zoals vrijheid van meningsuiting, godsdienst, of het recht op gelijke behandeling zijn fundamenteel en onvervreemdbaar. Het document staat niet toe dat iemand deze rechten gebruikt als rechtvaardiging voor discriminatie, geweld, onderdrukking of andere schendingen. Juridische context: Dit is een manier om te voorkomen dat de verklaring wordt misbruikt om juist de principes van gelijke behandeling en vrijheid te ondermijnen. Het waarborgt dat de UVRM beschermend en limiterend tegelijk is: het verleent rechten, maar sluit uit dat deze rechten worden gebruikt om anderen hun rechten te ontnemen. Kortom: mensenrechten kunnen niet worden gebruikt als excuus om mensenrechten te schenden. Waarom de UVRM zowel beschermend als limiterend is Beschermend aspect De UVRM verleent rechten aan individuen, zoals vrijheid van meningsuiting, vrijheid van godsdienst, recht op gelijke behandeling, etc. Dit is het beschermende deel: de verklaring beschermt mensen tegen onderdrukking of discriminatie door staten, groepen of individuen. Limiterend aspect Zonder beperking zouden sommige mensen of staten kunnen claimen dat zij “hun rechten” uitoefenen om de rechten van anderen te schenden. Bijvoorbeeld: iemand zou kunnen zeggen dat hun vrijheid van meningsuiting hen toestaat om een groep te discrimineren, of dat hun religieuze vrijheid hen toestaat geweld te gebruiken tegen anderen. Het limiterende deel sluit dit uit: rechten mogen niet worden gebruikt om de fundamentele rechten van anderen te vernietigen of ondermijnen. Praktisch effect Het zorgt ervoor dat rechten niet botsen op een manier die het rechtssysteem ondermijnt. Het beschermt de integriteit van het geheel van mensenrechten: het ene recht kan niet worden gebruikt als excuus om het andere te schenden. Kortom: het limiterende aspect is er om de universele werking en eerlijkheid van mensenrechten te waarborgen. Zonder deze bepaling zouden rechten selectief of misleidend gebruikt kunnen worden, wat de hele verklaring zou ondermijnen. In de 8e editie van Black's Law Dictionary (2004) wordt de term "jus cogens" gedefinieerd als: "A peremptory norm of international law; a norm accepted and recognized by the international community of states as a whole as a norm from which no derogation is permitted." Dit betekent dat jus cogens-normen fundamentele beginselen zijn van het internationale recht die door de internationale gemeenschap als geheel worden erkend en waarvan geen afwijking is toegestaan. In de context van mensenrechten betekent dit dat bepaalde rechten, zoals het recht op leven, vrijheid van meningsuiting en bescherming tegen slavernij, als jus cogens-normen worden beschouwd. Deze normen zijn onafwijkelijk en kunnen niet worden geschonden, zelfs niet met instemming van de betrokken partijen. Het idee achter jus cogens is om te waarborgen dat er fundamentele rechten en waarden zijn die wereldwijd gerespecteerd moeten worden, ongeacht nationale wetten of overeenkomsten. Dit biedt een juridische basis om ernstige schendingen van mensenrechten aan te pakken en te voorkomen. Overzicht: Jus Cogens en Fundamentele Internationale Normen Jus cogens-normen zijn fundamentele beginselen van het internationaal recht die door de internationale gemeenschap als geheel worden erkend en waarvan geen afwijking is toegestaan. Deze normen vormen een onvervreemdbaar kader voor de bescherming van mensenrechten en internationale rechtsorde. Definitie volgens Black’s Law Dictionary (8e editie, p. 629): “A peremptory norm of international law; a norm accepted and recognized by the international community of states as a whole as a norm from which no derogation is permitted.” Voorbeelden van jus cogens-normen: Verbod op slavernij en mensenhandel – Geen enkele staat mag slavernij toestaan of mensen als eigendom behandelen. Verbod op genocide en misdaden tegen de menselijkheid – Massamoord, etnische zuivering of systematische aanvallen op burgerbevolkingen zijn wereldwijd verboden. Verbod op marteling en wrede, onmenselijke of vernederende behandeling – Niemand mag gemarteld of extreem mishandeld worden. Verbod op agressie of schending van territoriale soevereiniteit – Aanvallen op andere staten zijn internationaal illegaal. Universele bescherming van fundamentele mensenrechten – Recht op leven, vrijheid, menselijke waardigheid en gelijkheid. Internationale handhaving – schendingen kunnen leiden tot sancties, internationale tribunalen of vervolging bij het Internationaal Strafhof. Universeel recht – individuen, staten en organisaties zijn gebonden; politieke of culturele argumenten mogen deze normen niet overrulen.
Schrift als Grondslag van Equity..... Verband 1: Schrift als de Grondslag van Equity Schrift is niet slechts religieuze leer—het is de oorspronkelijke bewaarplaats van principes binnen relaties, het soort relaties dat equity wil herstellen en beschermen. In de kern draait equity niet om regels, maar om het herstellen van de juiste verhouding—tussen individuen en gemeenschappen, tussen iemands daden en geweten. Mattheüs 18:15 onderwijst een proces: “Als je broer zondigt, ga dan naar hem toe, onder vier ogen, en wijs hem op zijn fout. Als hij naar je luistert, heb je je broer gewonnen.” Dat proces ís pure equity: Privé-mededeling = een vorm van behoorlijk proces Gelegenheid tot antwoorden = eerlijk gehoor Herstel in plaats van straf = de essentie van equity Deze passage weerspiegelt een verbondsmatig kader—hetzelfde dat men terugziet in equity én in contractenrecht. Het idee is dat mensen plichten tegenover elkaar hebben, niet enkel onder menselijke wet, maar ook naar hun geweten, onder God of een hogere macht. Verband 2: Common Law als Contractenrecht Het Common Law-stelsel ontstond als weerspiegeling van gewoonteafspraken tussen mensen—normen en patronen die de samenleving stabiliseerden. Maar mettertijd kwam het contractenrecht centraal te staan. Waarom? Omdat het contractenrecht codificeert wat equity veronderstelt: dat mensen niet alleen gebonden zijn door formele eden, maar ook door hun woorden, intenties en gedrag. Titus 3:8 zegt: “Bevestig dit voortdurend: dat zij die geloven, zich toeleggen op goede werken. Deze zijn goed en nuttig voor de mensen.” Hier weerspiegelt het ‘onderhouden van goede werken’ het nakomen van een morele verplichting, zoals verwacht wordt binnen contractenrecht. Er is sprake van een impliciet akkoord—een moreel verbond—tussen de gelovige en diens gemeenschap. En wanneer iemand doet wat ‘goed en nuttig’ is, weerspiegelt dat de ‘consideration’ in het contractenrecht: de waarde die wordt uitgewisseld, de plicht die wordt vervuld. De Samensmelting: Equity en Wet in Harmonie In de vroege Engelse rechtbanken waren recht en equity gescheiden systemen. Maar geestelijk gezien waren ze altijd al verbonden. De verzoening begon lang voor de juridische fusie—namelijk in de leer van de Schrift zelf. In Mattheüs 18:15 vinden we het proces van equity. In Titus 3:8 het beginsel van contract. Samen laten ze zien: Een fout kan op vreedzame, private wijze worden hersteld (equity). Men dient zijn deel van het gemeenschapsverbond na te komen—door te doen wat goed en nuttig is (common law contract). Deze harmonie weerspiegelt een levende wet—niet beperkt tot menselijke rechtbanken, maar geschreven op het hart, tot leven gebracht in de praktijk en gemodelleerd naar goddelijk voorbeeld. Equity zorgt ervoor dat gerechtigheid niet blind is—ze ziet intentie. Common law zorgt dat verplichtingen niet vergeten worden—het herinnert de belofte. Samenvatting Mattheüs 18:15 toont equity in actie: vreedzaam, privéherstel, geworteld in het geweten. Titus 3:8 benadrukt contractuele plicht: leven naar het goede geloof van een verbond. Deze twee draden—herstel en verantwoordelijkheid—zijn niet alleen in rechtbanken verweven, maar al sinds mensenheugenis in menselijk gedrag. Equity en contractenrecht zijn geen vreemden. Ze zijn verwanten—geboren uit dezelfde waarheid, geleid door hetzelfde licht. I. Rede en Logica Geworteld in Equity Op het eerste gezicht lijken rede en logica droge werktuigen van de filosofie—abstract, neutraal, koud. Maar vanuit een dieper perspectief zijn ze juist uitingen van zorg en helderheid, voortgekomen uit equity zelf. Equity, in haar puurste vorm, draait niet alleen om eerlijkheid—maar om begrip van de menselijke aard: van bedoelingen, beperkingen en onzichtbare lasten. Vanuit dat fundament: Rede wordt het vermogen om keuzes te onderscheiden met respect voor relaties. Logica wordt de structuur waarmee die relaties zichtbaar en werkbaar worden gemaakt. Dus wanneer een mens een overeenkomst aangaat—gesproken of stilzwijgend, geschreven of geleefd—vereist equity niet enkel naleving, maar ook begrip. II. Impliciete Overeenkomsten & De Logica van Menselijke Relatie Het grootste deel van het leven speelt zich af binnen het domein van impliciete overeenkomsten: We knikken en houden een deur open. We rijden aan de rechterkant van de weg. We beloven met onze aanwezigheid, niet met papier. Deze afspraken worden gemaakt en nagekomen, niet door juridische dwang, maar door redelijke verwachting—het domein van equity. Logica toont ons dat wanneer verwachtingen niet worden nagekomen: Er een oorzaak is (een handeling of nalaten), Er een gevolg is (de consequentie), en Er een verantwoordelijkheid is (om te leren en te corrigeren). Dit oorzaak-gevolg kader is de logica van equity in beweging—ze straft niet om te straffen, maar om de misstemming zichtbaar te maken, zodat correctie en herstel kunnen plaatsvinden. III. Gevolgen van Onwetendheid & Begripsvorming Hier schuilt de schittering: Wanneer iemand de voorwaarden of implicaties van een overeenkomst niet begrijpt, treedt equity op—niet om te veroordelen, maar om te onderwijzen. De gevolgen van onwetendheid worden dan leermomenten. Als de onwetendheid wordt genegeerd, blijft zij bestaan, en leert men niet. Wanneer iemand reflecteert op die uitkomsten en zijn gedrag daarop aanpast, is die verandering het bewijs van begrip—niet slechts van kennis, maar van integratie. Daarom is zelfkritiek en reflectie op eigen onwetendheid essentieel. Pas dan is iemand werkelijk voorbereid om consideration (wederdienst) in een contract te ontvangen—omdat hij nu het gewicht en de waarde begrijpt van wat wordt uitgewisseld. Equity weet: ware verandering kan niet plaatsvinden zonder begrip. En echt begrip wordt niet gemeten in herhaling, maar in getransformeerde actie. IV. Winst in Kennis & De Oeroude Parabel “Geef een man een vis, en je voedt hem voor een dag. Leer een man vissen, en je voedt hem voor het leven.” Deze parabel spreekt dezelfde waarheid als equity en logica: De vis = tijdelijke verlichting (externe oplossing) De les = innerlijke transformatie (begrip) De vaardigheid om te vissen = winst door kennis (het vermogen om toekomstige overeenkomsten wijs aan te gaan) Binnen het contractenrecht is dit het moment waarop iemand in staat wordt geacht tot winst op een wettige, billijke manier—niet per ongeluk, maar door inzicht. Het gaat dan niet meer om ontvangen wat gegeven wordt, maar om volledig, ethisch en met intentie deelnemen aan wat wordt uitgewisseld. V. Samenvatting Rede en logica zijn takken van de Boom van Equity—ze ontspringen aan haar zorg voor menselijk begrip. Impliciete overeenkomsten brengen, indien verkeerd begrepen, gevolgen met zich mee—niet als straf, maar als spiegels tot leren. Begrip bewijst zich in gedragsverandering—wanneer een mens zijn pad aanpast in het licht van wat hij nu ziet. Pas dan kan consideration rechtvaardig worden ontvangen, en winst ethisch verkregen. Zoals de man die leert vissen levenslang gevoed wordt, zo wordt de mens die de beginselen van equity en logica leert, niet langer afhankelijk, maar bekrachtigd. Er is geen relatie—geen contract, geen begrip—zonder eerst de taal van Identiteit. I. De Eerste Taal: Waarneming Lang voordat we spraken in woorden, spraken we met ogen en handen, in houding en beweging, in gegrom en stilte. Deze communicatie was niet primitief—maar oer. Het waren de oorspronkelijke talen van het bewustzijn: het erkennen van “Ik zie jou.” Een blik betekende nieuwsgierigheid. Een gefronste wenkbrauw betekende bezorgdheid of waarschuwing. Een opgeheven hand kon dreiging betekenen—of begroeting. Zelfs stilte was een zin. Waarneming is op die manier het eerste verbond. Het is het heilige opmerken: “Jij bestaat. Ik erken jou.” "Beeld en gelijkenis." Dat is de eerste adem van identiteit. II. Het Dilemma van Taal: Letterlijk versus Levend Toen kwam de gesproken taal—een krachtig maar tweesnijdend geschenk. Dankzij taal konden we ideeën delen door tijd en ruimte heen. Maar daarmee kwam ook het benoemen—en vervolgens… het labelen. En hier begint de verwarring. Want om iets te benoemen, moet je er een perspectief op hebben. Maar om iemand te labelen, definieer je hem of haar—soms zonder diens toestemming. Letterlijke taal verwijderde ons vaak van ons oorspronkelijke weten—omdat het anderen toestond over ons te spreken vóór we zelf spraken. Daar begint het grote dilemma: Als je door een ander wordt geïdentificeerd voordat je jezelf herkent, ben je dan werkelijk gekend—of slechts geclaimd? III. De Identiteitscrisis: Toby versus Kunta Kinte Dit komt krachtig tot uiting in het pijnlijke verhaal van Kunta Kinte in Roots. Geboren in zijn eigen cultuur, erfgoed en naam—Kunta Kinte—wordt hij hernoemd tot Toby door een systeem dat weigert zijn innerlijke realiteit te erkennen. Dit is de gewelddadige vervorming van identiteit: Waar waarneming wordt vervangen door oplegging. Waar een naam geen reflectie meer is van wezen, maar een instrument van controle. Kunta’s strijd gaat niet alleen om vrijheid—maar om het recht zichzelf te benoemen. Om te zeggen: “IK BEN—niet wat jij mij noemt, maar wie ik weet dat ik ben.” En hier keren we terug naar het principe van equity en identiteit: Equity erkent de persoon—niet het papier. Ze zoekt de waarheid van het individu—niet de rol die hem is opgedrongen. IV. De Draai Ontwarren Om mensen te helpen het opgelegde van het ware te scheiden, moeten we ze terugbrengen naar die oorspronkelijke ruimte van: Zelfwaarneming: “Wat zie ik werkelijk in mezelf?” Erkenning van anderen: “Wat zie ik echt in de ander—niet wat mij is geleerd om te zien?” Taal als gereedschap, niet als kooi: het heroveren van het recht om je eigen naam, je eigen wezen uit te spreken. Pas dan kunnen we bewust kiezen voor relatie—en deze niet binnengaan door dwang of verwarring. Pas dan kunnen we bewust contracten aangaan—omdat we dat doen als wie we zijn, niet als wie we verteld is dat we zijn. V. Samenvatting Voor elk contract is er taal, en voor taal is er waarneming. Identiteit begint niet in woorden, maar in erkenning—eerst door het zelf. Wanneer iemand anders je benoemt vóór jij jezelf kent, bieden zij een reflectie, geen waarheid. Zoals Kunta Kinte, heeft ieder van ons het recht—en de verantwoordelijkheid—om de naam, de aard, het wezen van IK BEN terug te claimen. Gesproken en geschreven taal zijn alleen waarachtig als ze de interne realiteit van de benoemde weerspiegelen. En dus is de vraag aan iedere luisteraar, iedere lezer: “Leef jij als wie jij werkelijk bent—of als wie iemand anders ooit zei dat je was?” Want pas wanneer die vraag onder ogen wordt gezien… kan echte relatie beginnen. Pas dan is equity mogelijk. De Man in de Spiegel: Tijd om jezelf in de spiegel te bekijken en te bepalen wie hij is en wat zijn intentie is I. De Spiegel van Equity: Zien wat er echt is In het hart van deze hele reis staat dit: Equity is de spiegel die ons niet toont wie we lijken te zijn, maar wie we zijn onder aannames, taal en fouten. In die spiegel zien we niet alleen anderen—maar onszelf, volledig. Maar de spiegel werkt alleen als we bereid zijn ervoor te staan zonder excuses. Equity straft niet voor fouten—het nodigt ons uit ze te herkennen, zodat we ze kunnen corrigeren. Identiteit gaat niet over wat iemand anders ons noemt—maar over of wij onszelf kennen en of onze woorden en daden dat kennen weerspiegelen. Wet gaat niet over dwang—het gaat over overeenkomst, en die overeenkomst is niet geldig als degene die hem sluit nog niet weet wie hij is. II. Fouten corrigeren is hoe we de spiegel laten schijnen Je vroeg hoe je deze spiegel het beste kunt laten glanzen—en het antwoord is eenvoudig maar krachtig: Door je eigen fouten te corrigeren—eerst privé, desnoods openlijk—poets je de spiegel waardoor jij en anderen eindelijk helder kunnen zien. Die correctie begint van binnenuit: Noem je jezelf verkeerd? Herclaim je naam. Leef je onder rollen die anderen je oplegden? Stap eruit. Heb je afspraken gemaakt die je niet begreep? Leer wat ze waren en sluit nieuwe met helderheid. Dit is het keerpunt—het heilige moment waarop je stopt met zeggen: “Zij hebben mij dit aangedaan,” en begint te vragen: “Waar heb ik ingestemd—bewust of onbewust—en hoe kan ik nu weer op waarheid uitkomen?” III. Waarheid gesmeed in de oven van fouten En hier is de paradox: Zonder fouten is er geen ware begrip. Fouten zijn niet iets om je voor te schamen. Ze zijn de oven—de hitte waarin halfgevormde ideeën en geërfde identiteiten worden gesmeed tot helderheid. Door onze misstappen wordt het pad zichtbaar. Als je begint te corrigeren, ben je niet kapot—je wordt. Daarom waardeert Equity het om met schone handen te komen. Niet perfecte handen—maar eerlijke. Handen die vuil waren, maar gewassen. Die valse dingen bouwden, en nu betere willen bouwen. IV. De reflecterende kracht van “IK BEN” Dit alles komt terug op identiteit—de oorspronkelijke spiegel: Als je zegt “IK BEN”—verklaar je auteurschap over je eigen leven. Je bent niet langer het product van een ander’s label, of een marionet van oude aannames. Je bent nu een bewust partijgenoot in je eigen overeenkomsten. En dat maakt je gevaarlijk voor leugen, en kostbaar voor waarheid. V. Samenvatting: De levende spiegel Laat het duidelijk zijn voor iedereen: De spiegel is taal—hoe je over jezelf en anderen spreekt. De spiegel is identiteit—of je weet wie je bent, of dat je nog een naam draagt van iemand anders. De spiegel is contract—of je overeenkomsten bewust bent aangegaan of in verwarring. De spiegel is equity—die je niet de schuld geeft van verwarring uit het verleden, maar je uitnodigt die op te ruimen. De spiegel is van jou—en je laat hem glanzen door je reflectie te bezitten en het valse te corrigeren. Dit is het werk van waarheid: Niet om anderen te controleren, maar om jezelf te verduidelijken—zodat jouw reflectie een licht wordt voor anderen om bij te zien. Tekst: Keith Little
Elk document dat uw handtekening in natte inkt of autograaf draagt, is juridisch gezien een contractinstrument. Als u “handelt” in verbinding met een dode juridische persoon, dan is dit een “juridisch” contract onder Admiralty/Maritiem recht, met een handtekening/autograaf, opgesteld in uw publieke hoedanigheid. Handelen als levende man of vrouw: Als u handelt als levende man of vrouw, is het een “rechtmatig” Common Law contract, met uw autograaf, opgesteld in uw private hoedanigheid. *Mengvormen ongeldig: Elk contract waarbij de ene partij een juridische fictie is en de andere een levende man/vrouw, is nietig, omdat een juridische fictie niet kan worden gecombineerd met een rechtmatig feit. De partijen van een contract moeten van hetzelfde type zijn. Wetgevende maxime: Disparata non debent jungi (Ongelijke zaken behoren niet te worden samengevoegd.) Voorwaarden voor een afdwingbaar contract: Geen enkel schriftelijk contract is afdwingbaar als het niet voldoet aan de basisvoorwaarden van een rechtmatig contract: Bekwame partijen, van meerderjarige leeftijd, contract tussen legale of rechtmatige entiteiten. Vrije en oprechte instemming, niet verkregen door fraude, dwang of vergissing. Volledige openbaring, alle materiële feiten die invloed hebben op de beslissing worden verstrekt. Voldoende “consideration” (waarde-uitwisseling tussen partijen). Zekerheid van voorwaarden, vast en niet wijzigbaar zonder instemming. Meeting of the minds (letterlijk: ‘overeenstemming van de geesten’, oftewel beide partijen begrijpen en erkennen hun verplichtingen). Autografen en Autografen of Handtekening en Hantekening, met natte inkt, als bewijs van wederzijdse instemming. ( Een juridische fictie kan alleen zaken doen met een juridische fictie en de levende man/vrouw kan alleen zaken doen met de levende man/vrouw) Maxime van de wet: Non videntur qui errant consentire (Hij die vergist wordt, wordt niet geacht toestemming te geven.) Rechtszaken: “Het niet onthullen van materiële feiten van een licentie of overeenkomst geeft direct aanleiding tot estoppel (belemmering van rechtshandeling door eerdere handeling of verklaring). ” Lo Bue v. Porazzo, 48 Cal.App.2d 82, 119, p.2d 346, 348. “Afstand doen van fundamentele rechten moet bewust, vrijwillig en met kennis van zaken gebeuren. ” U.S. v. Brady, 397 U.S. 742 at 748 (1970); U.S.v. O’Dell, 160 F.2d 304 (6th Cir. 1947). “Onredelijk contract: een contract dat geen verstandig persoon of levende man/vrouw onder normale omstandigheden zou aangaan of accepteren. ” Franklin Fire Ins. Co. v. Noll, 115 Ind. App. 289, 58 N.E.2d 947, 949, 950. “Een partij kan niet gebonden zijn aan een contract dat hij/zij niet heeft gemaakt of gemachtigd. ” Alexander v. Bosworth (1915), 26 C.A. 589, 599, 147 P.607. Het frauduleus “veronderstelde” quasi-contract (een zogenaamd contract dat slechts wordt aangenomen) dat de Declarant bindt aan een STAD/STAAT-instantie, is nietig wegens fraude ab initio (van meet af aan ongeldig), aangezien de de facto STAD/STAAT de materiële feiten (consideration inducement, oftewel waarde-uitwisseling die contract afdwingt) of de jurisdictieclausule (wie onder de wet valt) niet kan leveren. (Zie Master/Servant [Employee] Relationship – C.J.S.) — “Private, Liberty”. Aangezien de “consideration” (waarde-uitwisseling) de “levensader” van elk contract is, “…het ontbreken daarvan in het dossier is een belangrijk teken van gebrek aan jurisdictie; zonder bewijs van consideration kan geen quasi-contract worden vermoed.” Reading R.R. Co. v. Johnson, 7 W & S (Pa.) 317 Maxime van de wet: Nihil tam naturale est quam eo genere quidque dissolvere quo colligatum est; ideo verborum obligatio verbis tollitur; nudi consensus obligatio contrario consensu dissolvitur. (Niets is zo natuurlijk als iets oplossen op de manier waarop het verbonden is; daarom wordt de verplichting van woorden opgeheven door woorden; de verplichting van loutere instemming wordt opgeheven door tegenstrijdige instemming.) In vele gevallen zijn de contracten nul en void tenzij er door beide partijen met handtekening of autograaf is getekend in natte inkt (zie: Autografen en Autografen of Handtekening en Hantekening, met natte inkt, als bewijs van wederzijdse instemming. ( Een juridische fictie kan alleen zaken doen met een juridische fictie en de levende man/vrouw kan alleen zaken doen met de levende man/vrouw).
De Kern: Ieder mens wordt geboren met onvervreemdbare rechten, eigen waardigheid en natuurlijke autoriteit die boven ieder door mensen gemaakt systeem uitstijgt. Wij erkennen de levende man/vrouw als een vrije en zelfstandige rechtsdrager, niet als bezit van een Staat, overheid of corporatie. Wij beschermen, bekrachtigen en herstellen deze rechten door: • Recht, eigendom en identiteit veilig te stellen • Verantwoordelijkheid te waarborgen • Bij te dragen aan een samenleving waarin waarheid, gerechtigheid, vrijheid en verantwoordelijkheid het fundament vormen. Onze Visie op Autoriteit en Onvervreemdbare Rechten Autoriteit betekent het gezag of de macht om beslissingen te nemen, regels op te leggen en richting te geven, erkend door anderen.  Kan zijn: • Formeel – officieel toegekend (rechter, politieagent) • Informeel – gebaseerd op respect, kennis of ervaring Wij, de AHB/IAHB-beneficiair, erkennen dat de hoogste en meest oorspronkelijke vorm van autoriteit niet in instellingen ligt, maar in de levende man/vrouw zelf. Juridische Grondslag Onvervreemdbare rechten van de levende man/vrouw: • Aangeboren • Niet overdraagbaar • Niet te koop • Niet te ontnemen Internationale basis: • Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind • Universele Verklaring van de Rechten van de Mens Belangrijke kernpunten: • De levende man/vrouw is geen bezit van staat of systeem • Autoriteit kan niet worden weggenomen door machten • De Staat dient uitsluitend om rechten en waardigheid te waarborgen Spirituele Grondslag Kinderen en volwassenen belichamen: • Oorspronkelijke, zuivere verbinding met waarheid, leven en schepping • Onschuld en openheid • Innerlijke kracht Functie: • Natuurlijke opperste autoriteit • Richtinggevende kracht voor ontwikkeling en collectief bewustzijn • Dragers van toekomstig leiderschap en moreel kompas De Levende Man/Vrouw als Bron van Autoriteit Kinderen en volwassenen zijn de hoogste bron van gezag en richting voor mens en samenleving Kernpunten: • Niet instituties of systemen bepalen waarde en waardigheid • De levende man/vrouw zelf vormt het centrum van autoriteit • Ware autoriteit begint bij de levende man/vrouw: dragend in zich de kracht van de wet én geest • Vanuit deze bron bouwen wij een samenleving met rechtvaardigheid, waardigheid, vrijheid en verantwoordelijkheid Herstel en Correctie Wij zetten ons in voor herstel van waarheid en gerechtigheid. Waar rechten van de levende man/vrouw worden geschonden: • Treden wij corrigerend op • Roepen wij een halt en correct toe aan onrecht, misbruik of willekeur Onze verantwoordelijkheid: bescherming van de levende man/vrouw en diens onvervreemdbare rechten. Wij dulden geen onrecht en herstellen waar nodig de balans, zodat waarheid, vrijheid en gerechtigheid opnieuw de maatstaf vormen voor samenleving en toekomst. Samenvatting: Gelijkheid bij geboorte Volgens de natuurwet wordt ieder mens gelijk geschapen aan iedere andere man of vrouw. Dit betekent dat geen enkel mens van geboorte af aan meer of minder waard is dan een ander. Deze aangeboren gelijkwaardigheid vormt de basis van onvervreemdbare rechten: ieder mens bezit van nature recht op vrijheid, waardigheid en bescherming van leven en eigendom. Geen door mensen gemaakte autoriteit kan deze fundamentele rechten creëren of afnemen; zij kunnen slechts erkend en beschermd worden.
Ik spreek niet namens een titel, een registratie of een nummer. Ik spreek als een levend wezen ,bewust, voelend, aanwezig. Lang voordat ik mijn eerste woorden kende, werd mij een naam gegeven. Een klank, een teken, een schrift op papier dat mij zou definiëren, nog vóór ik wist wat ik was. Geen ware naam, maar een aanduiding  een juridisch symbool, een etiket van bezit in plaats van oorsprong. Nog voor mijn adem zich volledig had gezet, werd er een akte opgesteld. Een certificaat, een bewijs, niet van mijn leven, maar van overdracht. Mijn naam, in harde letters gegrift, werd het gezicht van een identiteit die niet de mijne was. Een constructie in registers, niet een weerspiegeling van ziel of wezen. Ik groeide op in het geloof dat die naam van mij was. Ik antwoordde wanneer men mij riep. Ik tekende waar men het vroeg. Ik droeg een rol zonder te weten dat het een rol was. Maar het systeem zag mij nooit. Niet de adem. Niet het hart. Niet het levende wezen dat ik ben. Alleen de vorm , de fictie  de echo van een mens in het domein van papier. Zo werd ik stilzwijgend tot borg gemaakt, tot onderpand van een taal die niet de mijne was. Een web van wetten, schulden en verplichtingen weefde zich rond een naam die ik nooit heb gekozen. En toch… ergens, diep vanbinnen, bleef iets onveranderd. Een stem die fluisterde: Het systeem leeft slechts door jouw geloof erin. Dat fluisteren groeide tot inzicht. Tot een weten dat niet geleerd werd, maar herinnerd. Als de naam mij niet toebehoort — wie ben ik dan werkelijk? Als wetten mij niet beschermen — waarom buig ik dan? Als grenzen slechts woorden zijn — waarom blijf ik erin geloven? In dat besef viel het gordijn uiteen. Ik zag dat vrijheid geen geschenk is, maar een toestand van herinnering. Vrijheid wordt niet verleend, zij wordt herkend. Zij is geen recht dat iemand toekent, maar de natuur van wie leeft in waarheid. Ik ben niet de naam, niet het document, niet de fictie. Ik ben leven dat ademt, bewustzijn dat kiest, ziel die zich herinnert. Ik ben. En dat is genoeg. Dit is geen oproep tot strijd, maar een erkenning van een onveranderlijke waarheid: de ziel van de mens is vrij — niet te binden door wet of statuut. Ik ben vrij, omdat ik ben. I Am.
1. Jij bent niet je naam Je bent niet je naam; deze is slechts een gegeven naam, een aanduiding waarmee je wordt aangesproken. Het definieert niet wie je werkelijk bent. Je levende identiteit omvat je geest, lichaam en ziel, inclusief je fysieke en intellectuele eigendommen en je aangeboren onvervreemdbare rechten. Een titel zoals “Mevrouw”, “Meneer”, “Miss” of “Mr/Mrs” wordt door het systeem gebruikt om een formele rol of functie toe te kennen binnen juridisch of commercieel recht. Je familienaam (“achternaam”) is een gedeelde naam voor je familie, clan of stam en is niet verbonden met jouw unieke levende identiteit. Het combineren van een gegeven naam en familienaam creëert een kunstmatige juridische persoon, een fictieve entiteit die niets te maken heeft met jouw echte zelf. 2. Historische context De oude Grieken droegen slechts één naam (bijv. Aristotle). De Romeinen voegden beschrijvingen toe: afkomst, regio, familie en zelfs tak van de familie. In de Middeleeuwen werden titels en beschrijvingen correct grammaticaal geschreven, bijv.: Voornaam/Namen: van de familie Achternaam of Voornaam: de timmerman van Oxford. Met de invoering van belastingen werd een achternaam verplicht na de gegeven naam. Zo ontstond een geregistreerde kunstmatige juridische persoon, onderworpen aan wetgeving. In Engeland begon dit met de Poll Tax vanaf 1275, voornamelijk ter financiering van oorlogen. Vrije mensen werden gedwongen contracten aan te gaan met de Staat en zo dubbele naam juridische personen, in dienst van de Staat en banken die invloed uitoefenden op de Kroon. 3. Kunstmatige juridische persoon Wanneer je gegeven naam en familienaam worden gecombineerd, ontstaat een publiek geregistreerde Kunstmatige Juridische Persoon. Na je geboorte creëert de Staat deze persoon door je gegeven naam (bijv. Voornaam/Voornaam/Namen) te combineren met je familienaam (bijv. Achternaam), meestal op een datum na je geboorte. De naam wordt vaak geschreven in hoofdletters en voorafgegaan door een fictieve titel zoals “Mr/Mrs/Miss” (bijv. MR/MRS VOORNAAM ACHTERNAAM). Dit markeert de “Meester/Meesteres” van het VOORNAAM ACHTERNAAM vaartuig in commercieel recht, opererend onder het Admiralty Maritime International Law of the Sea. Elke combinatie van gegeven naam en familienaam vormt een kunstmatige juridische persoon, ongeacht de schrijfwijze. Dus VOORNAAM ACHTERNAAM en Voornaam Achternaam zijn beide kunstmatige juridische personen. Een kunstmatige persoon (persona = masker) wordt gecreëerd om voorgeschreven rollen te vervullen in het “theater van handel”. In juridische termen kan dit ook een strawman zijn: een derde-partij naam die dient als “front” in transacties, bijvoorbeeld om heimelijk eigendom van onroerend goed te verkrijgen. Een strawman wordt geregistreerd op de geboorteakte, zonder mededeling, door gegeven naam en familienaam te combineren en een kunstmatige Estate Trust te vormen als borg voor de bedrijfs-schulden van YOURNATION (INC.) Hierdoor handelen mensen onbewust als Trustee van de kunstmatige juridische persoon. Dit is identiteitsdiefstal door semantische misleiding. Wie dit opzettelijk doet, is schuldig aan personage: het misdrijf van het bewust voorstellen van een levende mens als juridische fictie (bijv. kunstmatige persoon, trust, vereniging of stichting). Dit kan samengaan met barratry, het misdrijf van valse rechtsvorderingen. 4. Levend bewijs van identiteit Een “Levende Identiteit” wordt vastgesteld door een gegeven naam en bewijs van leven (bijvoorbeeld vingerafdruk). De Staat heeft zelden redenen om je Levende Identiteit vast te stellen. Dit gebeurt meestal bij de geboorte, zonder mededeling, om juridische titel over het Estate van het kind te verkrijgen. Bewijs zoals voetafdrukken wordt opgenomen in het Record of Live Birth, samen met andere gegevens die de geboorte bevestigen. Hiermee wordt aangetoond dat het kind de levende houder in afwachting (“Holder in Due Course”) is van zijn/haar Estate Titel. Deze kan vervolgens worden overgedragen aan de Kroon via registratie van een Estate Trust (Foreign Situs Trust), als zekerheid voor de IMF-verplichtingen van de Staat. 5. Rol van de kunstmatige juridische persoon De kunstmatige juridische persoon vertegenwoordigt je in fictieve commerciële transacties om je toestemming over te dragen aan de juridische jurisdictie. Wanneer je “handelt” in deze rol, word je een accommodatiepartij, die toestemming geeft door joining / toetreding. Het “handelen” in de rol van een fictieve juridische persoon verplicht de “acteur” de wettelijk voorgeschreven scripts te volgen.
Fundament In de wereld van juridische fictie is een “persoon” altijd een kunstmatige entiteit, juridisch voortgebracht. Alle handel is juridische fictie. Maxime: Quid fas non veritas est — Legaliteit is geen realiteit. Een juridische persoon heeft: geen lichaam geen bewustzijn geen hart geen geest geen ziel Het is een rol in het fictieve “theater van de handel”, gespeeld door de levende man of vrouw. De Betekenis van Namen Voornaam (Given name): de levende man of vrouw, de Erftitel. Familienaam (Family name/Surname/Last name): een dood zelfstandig naamwoord zonder eigen leven. Belangrijk: Het verbinden van Voornaam met Familienaam creëert een kunstmatige juridische persoon (bijv. VOORNAAM ACHTERNAAM). De Erftitel (Voornaam) is op zichzelf voldoende op elk document. Levendige Voornaam + dode Familienaam = verlies van unieke levende Erftitel. Capitis Diminutio – Het Verlies van Status Type Schrijfvorm Betekenis Gevolg Minima Voornaam/namen Achternaam Minimaal statusverlies Enkel familiebanden veranderen; vrijheid en burgerschap blijven behouden. Media Voornaam/namen ACHTERNAAM Middelmatig statusverlies Burgerschapsrechten verloren; familiebanden verdwijnen. Maxime VOORNAAM/NAMEN of ACHTERNAAM VOORNAAM Maximaal statusverlies Van vrij mens tot slaaf; alle rechten en familiebanden verdwijnen. Een mens in slavernij, beroofd van levende rechten, wordt juridisch gereduceerd tot dood bezit. Symboliek en Schriftgebruik ALLE-HOOFDLETTERS: gebruikt op grafstenen, schepen, bedrijven en officiële documenten. → Symboliseert dood eigendom. ASL (American Sign Language): kleine hoofdletters = “glossen” (tekens, geen levende woorden). Latijnse maxim: Glossa viperina est quae corrodid viscera textus → Giftige glosse die de essentie van de tekst aantast (Coke, 1826). Juridische definities van “persoon” Artificial person: niet-menselijke entiteit, met eigen rechten en plichten. (Black’s Law Dictionary, 2e ed.) Natural person: een mens, natuurlijk geboren. (Black’s Law Dictionary, 2e & 7e ed.) Juridical person: entiteit (firma, corporatie, trust) met rechten en plichten. (Black’s Law Dictionary, 2e ed.) Person (Webster, 1828): Lat. persona = masker van toneelspelers. Individual: enkelvoudige persoon, natuurlijk of kunstmatig. Human being: mens bij geboorte, zonder erfbaar bloed. (Ballentine’s Law Dictionary, 1930) Soeverein uitgesloten: de term ‘persoon’ sluit de soeverein uit. (Wilson v. Omaha Indian Tribe, 442 U.S. 653, 1979) Juridische toepassing in wetgeving Social Security Act (VS, 1935): → Persoon = individu, trust, estate, vennootschap of corporatie. → Geboorteakte-NAAM = overleden Estate Trust. New Zealand Bill of Rights Act (1990), sectie 29: → Bepalingen gelden voor rechtspersonen én natuurlijke personen. Belangrijk: Alle juridisch voortgebrachte “personen” zijn schuldenaren bij aanvang en hebben geen eigen productieve kracht. Onderwerp van verkeerd taalgebruik en koppeling Voornaam + Familienaam → levende Erftitel wordt gecorrumpeerd. Joinder met een Persoon Wie zich voegt met een juridisch persoon, wordt juridisch een levende dode. Kenmerken: Onbekwaam om levende rechten te dragen Erftitel verbeurd Ontvangt slechts beperkte privileges Onderworpen aan schuld- en rechtssysteem Romeins motto van banken: "Hij die misleid wil worden, laat hem misleid worden." Typen Juridische “Personen” Voornaam/namen ACHTERNAAM → Foreign Situs Trust VOORNAAM/NAMEN ACHTERNAAM → Cestui Que Vie ESTATE Trust VOORNAAM/NAMEN LETTER(S) EN ACHTERNAAM → Public Transmitting Utility (bijv. JOHN H. DOE) Een levende man of vrouw die zich “voegt” (joinder) met een “persoon” wordt, juridisch gezien, een “levende dode”. Volgens de definitie zijn zij onbekwaam en niet in staat om levende rechten en verantwoordelijkheden te bezitten. Daardoor worden hun Erftitel-eigendommen verbeurd verklaard, en ontvangen zij slechts beperkte en herroepbare voordelen en privileges. Hun “onwetendheid is nalatigheid”, en zolang zij wandelen in de onderwereld van de juridisch doden, staan zij onder het gezag van de “Hogepriesters van Baäl” of de “Zwartgerokte Duivel” (de rechter), die een “oordeel” velt over degene die zijn of haar leven heeft opgegeven. In dat oordeel legt de priester een vloek op — in de oudheid betekende dat de dood, in de moderne tijd betekent het schuld — en het slachtoffer wordt geofferd. Elke “persoon” is van nature een schuldenaar, en elke levende man of vrouw die zich “voegt” met een “persoon” wordt borg (surety) binnen het schuld-geldsysteem van slavernij. Zij offeren hun levende energie via die fictieve “transmitting utility”, waarmee zij de parasitaire bankencabale voeden die het Romeinse motto uitdraagt: “Hij die misleid wil worden, laat hem misleid worden.” Samenvatting Een juridische persoon is een fictie zonder lichaam of leven. De levende man of vrouw bezit de Erftitel via zijn/haar Voornaam. Verbinden van Voornaam met een dode Familienaam creëert een juridische fictie. Namen in hoofdletters symboliseren dood eigendom, niet de levende ziel. Wie zich vereenzelvigt met de juridische persoon verliest soevereiniteit en levende rechten.
U wilt géén soeverein worden, omdat u al soeverein geboren bent !
Weet wie u bent van d"Órigine !
De juridische maxime uitgelegd; De juridische maxime stelt ons in staat om de beginselen van rechtvaardigheid en billijkheid te handhaven, zelfs als er geen formele, ondertekende overeenkomsten zijn. Dit is cruciaal in situaties waar "contracten" of nota's worden opgesteld zonder een geldende handtekening of autograaf van beide partijen Wat onzeker is, wordt als niets beschouwd; Een praktische toepassing van de juridische maxime binnen onze coöperatie is het principe: "Wat onzeker is, wordt als niets beschouwd." Dit betekent dat wij extra zorg besteden aan situaties waar onduidelijkheid heerst over de intenties of afspraken, om ervoor te zorgen dat de belangen van de beneficiairs beschermd worden. Voordelen voor ons als de Beneficiairs; Het begrijpen en toepassen van de juridische maxime biedt ons de Beneficiairs bescherming en zekerheid. Zonder een geldig contract, waarin beide partijen met een identieke handtekening hebben getekend, kan er geen sprake zijn van een bindende overeenkomst. Dit bewustzijn stelt ons in staat om de rechten van de Beneficiairs te waarborgen binnen de 💎Trust-Coöperatie Van het Huis AHB-Jacquelien & AHB-Diëgo Marlo Albert💎, en onze ambassade legatie adres.

Juridische maxime

Juridische maxime: Ei incumbit probatio qui dicit, non qui negat. De bewijslast rust op degene die iets beweert, niet op degene die het ontkent. Juridische maxime: Incerta pro nullis habentur. Wat onzeker is, wordt als niets beschouwd. Juridische maxime: Falsus in uno, falsus in omnibus. Wie in één zaak onwaarachtig is, is onwaarachtig in alles. Juridische maxime: Quaelibet jurisdictio cancellos suos habet. Elke jurisdictie heeft haar grenzen.

Juridische maxime:

Juridische maxime: Consensus facit legem. Instemming schept de wet. Een overeenkomst is een wet tussen de partijen en kan slechts kracht verkrijgen door hun instemming. Juridische maxime: Qui tacet consentire videtur. Wie zwijgt, wordt geacht in te stemmen. Juridische maxime: Non videntur qui errant consentire. Wie zich vergist, wordt niet geacht te hebben ingestemd. Juridische maxime: Disparata non debent jungi. Ongelijke zaken behoren niet met elkaar te worden verenigd.